Zindelijkheidstraining

Zindelijkheidstraining

 

Natuurlijk wilt u uw pup zo gauw mogelijk zindelijk hebben. Behalve dat het niet leuk is uw vloerbedekking te laten bederven, is het onhygiënisch en geeft het irritaties. Zindelijk maken is niet het grootste probleem, maar dat het zo consequent moet gebeuren om succes te hebben, dat is de moeilijkheid. U kunt zich wel voorstellen dat als pup steeds weer ergens kan plassen zonder dat hij begrijpt dat dit niet de bedoeling is, hij daar gewoon mee doorgaat. Ook als u hem een paar keer per dag uitlaat. In het dagschema van een hond zijn een paar momenten aan te wijzen waarop u zeker weet dat hij zijn behoefte zal doen. Dat is na:

  •  Het slapen
  •  Het spelen
  •  Het eten

Op zulke momenten moet hij uit. Maar ook tussendoor zal pup iets moeten doen. Het is aan te raden hem buiten de genoemde momenten minstens een keer per uur uit te laten. Dat lijkt heel veel, maar op die manier voorkomt u heel veel plasjes in huis. Hoe minder hij kans heeft om binnenshuis iets te doen, hoe sneller hij snapt dat hij het buiten moet doen.

 

Leer uw hond zijn behoefte op een vaste plaats te doen

 

Wanneer hij nog niet aan de riem wilt lopen, tilt u hem op en zet hem buiten neer op de plek waar u wilt dat hij zijn behoefte gaat doen. U kunt een hond namelijk gemakkelijk leren daar een vaste plek voor te nemen, aangezien het een gewoontedier is. Daarvan maakt u gebruik. Veel gemeenten hebben tegenwoordig hondentoiletten. Jammer genoeg zijn die plaatsen er vaak niet wanneer uw pup nodig ‘moet’. Daarom is het handig een plekje te nemen zo dicht mogelijk bij uw huis. Daar kunt u een eigen hondentoilet maken door een soort zandbakje te

bouwen waarvan u af en toe het zand ververst. Wanneer u maar zorgt dat uw pup op een vaste plek zijn behoefte doet, zal hij dat daar ook doen wanneer hij volwassen is. U hoeft dan nooit meer bang te zijn dat uw hond op een ongewenst moment ergens gaat zitten. Af en toe ontlasting wegscheppen is wel nodig, want een hond gaat niet graag zitten waar het vuil is. Beloon uw hond met een vrolijke ‘braaf’ of ‘grote hond’ of ‘goed zo’ als hij buiten iets doet. Hij begrijpt door uw goedkeuring de bedoeling sneller. Houd dit zo’n twee weken vol.

Dan is een keer per anderhalf uur uitlaten waarschijnlijk wel voldoende. Zo verlengt u per week de tussenpoos waarop u uw hond uitlaat. Verwacht niet dat uw pup het zelf gaat aangeven wanneer hij uit moet. Dat kunt u pas na zo’n vier a vijf maanden verwachten. Tot die tijd heeft zijn zindelijkheid alles te maken met uw discipline hem op tijd uit te laten.

Bovendien gaat u op een gegeven moment aan zijn onrustige gedrag zien dat hij uit moet.

’s Avonds laat u de pup rond half elf uit. Dan nog een keer rond een uur of 7 in de ochtend.

En dan in ieder geval weer rond half negen. Wordt hij tussendoor onrustig, til hem dan uit zijn bench en zet hem buiten neer. Beloon hem als hij een plasje doet, wat haast altijd het geval zal zijn. Geef hem wat brood met een slokje water. Vervolgens zet u hem zonder veel plichtplegingen weer in zijn bench. Het hapje geeft aangename sensatie, waardoor hij wat loom wordt en sneller in slaap valt.

U mag de pup niet straffen wanneer hij binnen iets doet. Hij snapt immers nog niet dat dit niet de bedoeling is. U mag hem wel aan het schrikken maken door bijvoorbeeld ‘nee’ te zeggen of iets (zachtjes) naast hem te gooien. U tilt hem vervolgens onmiddellijk op en zet hem buiten neer op de plek waar hij iets moet doen. Doordat de pup opgetild word, krijgt hij een plasrem. Dat is een natuurlijke reactie, waardoor de moeder bij gevaar snel haar pups kan verplaatsen zonder dat ze een reukspoor achterlaten.